rondzeulde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rondzeulde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rond·zeul·de

Werkwoord

vervoeging van
rondzeulen

rondzeulde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van rondzeulen
    • ... dat ik rondzeulde. 
    • ... dat jij rondzeulde. 
    • ... dat hij, zij, het rondzeulde. 

Gangbaarheid

  • Het woord rondzeulde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.