ronkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ronkt    (hulp, bestand)
  • IPA: /rɔŋkt/ (1 lettergreep)
    • (Noord-Nederland): /rɔŋkt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /rɔŋkt/
    • (Limburg): /rɔŋk/
Woordafbreking
  • ronkt

Werkwoord

vervoeging van
ronken

ronkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ronken
    • Jij ronkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ronken
    • Hij ronkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ronken
    • Ronkt! 

Gangbaarheid

  • Het woord ronkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.