ronronear

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ronronear
ronroneaba
ronroneado
volledig

Werkwoord

ronronear

  1. spinnen
  2. snorren
  3. verontrusten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.