ronselde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ronselde af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ron·sel·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afronselen |
ronselde af
- enkelvoud verleden tijd van afronselen
- Ik ronselde af.
- Jij ronselde af.
- Hij, zij, het ronselde af.
- Ik ronselde af.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.