ruifde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruifde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ruif·de

Werkwoord

vervoeging van
ruiven

ruifde

  1. enkelvoud verleden tijd van ruiven
    • Ik ruifde. 
    • Jij ruifde. 
    • Hij, zij, het ruifde. 

Gangbaarheid

  • Het woord ruifde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.