ruim sneeuw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruim sneeuw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrœym ˈsnew/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ruim sneeuw
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
sneeuwruimen

ruim (…) sneeuw

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sneeuwruimen
    • Ik ruim sneeuw. 
  2. gebiedende wijs van sneeuwruimen
    • Ruim sneeuw! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sneeuwruimen
    • Ruim je sneeuw? 

Gangbaarheid

  • Het woord ruim sneeuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.