rumoerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rumoerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ru·moer·de

Werkwoord

vervoeging van
rumoeren

rumoerde

  1. enkelvoud verleden tijd van rumoeren
    • Ik rumoerde. 
    • Jij rumoerde. 
    • Hij, zij, het rumoerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord rumoerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.