rustte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rustte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rust·te

Werkwoord

vervoeging van
rusten

rustte

  1. enkelvoud verleden tijd van rusten
    • Ik rustte. 
    • Jij rustte. 
    • Hij, zij, het rustte. 

Gangbaarheid

  • Het woord rustte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.