ruziemaakte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ruziemaakte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ru·zie·maak·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ruziemaken |
ruziemaakte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ruziemaken
- ... dat ik ruziemaakte.
- ... dat jij ruziemaakte.
- ... dat hij, zij, het ruziemaakte.
- ... dat ik ruziemaakte.
Gangbaarheid
- Het woord ruziemaakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.