ruziemaakte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruziemaakte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ru·zie·maak·te

Werkwoord

vervoeging van
ruziemaken

ruziemaakte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ruziemaken
    • ... dat ik ruziemaakte. 
    • ... dat jij ruziemaakte. 
    • ... dat hij, zij, het ruziemaakte. 

Gangbaarheid

  • Het woord ruziemaakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.