saboteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  saboteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·bo·teer

Werkwoord

vervoeging van
saboteren

saboteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van saboteren
    • Ik saboteer. 
  2. gebiedende wijs van saboteren
    • Saboteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van saboteren
    • Saboteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord saboteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.