saboteerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  saboteerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·bo·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
saboteren

saboteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van saboteren
    • Ik saboteerde. 
    • Jij saboteerde. 
    • Hij, zij, het saboteerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord saboteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.