samenkrimp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenkrimp    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·krimp

Werkwoord

vervoeging van
samenkrimpen

samenkrimp

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenkrimpen
    • ... dat ik samenkrimp. 

Gangbaarheid

  • Het woord samenkrimp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.