samenraapt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenraapt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·raapt

Werkwoord

vervoeging van
samenrapen

samenraapt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenrapen
    • ... dat jij samenraapt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenrapen
    • ... dat hij samenraapt. 

Gangbaarheid

  • Het woord samenraapt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.