samentrok
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: samentrok (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sa·men·trok
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samentrekken |
samentrok
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samentrekken
- ... dat ik samentrok.
- ... dat jij samentrok.
- ... dat hij, zij, het samentrok.
- ... dat ik samentrok.
Gangbaarheid
- Het woord samentrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.