schaad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schaad    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schaad

Werkwoord

vervoeging van
schaden

schaad

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaden
    • Ik schaad. 
  2. gebiedende wijs van schaden
    • Schaad! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaden
    • Schaad je? 

Gangbaarheid

  • Het woord schaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.