schaam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schaam    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schaam

Werkwoord

vervoeging van
schamen

schaam

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich schamen
    • Ik schaam me. 
  2. gebiedende wijs van zich schamen
    • Schaam je! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich schamen
    • Schaam je je? 

Gangbaarheid

  • Het woord schaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.