schakelde aaneen

Uitspraak

• Geluid:  schakelde aaneen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• scha·kel·de aan·een

Woordherkomst en -opbouw

• uit schakelde (werkwoord) en aaneen, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

schakelde aaneen

1. enkelvoud verleden tijd van aaneenschakelen
   

   • Ik schakelde aaneen. 
     
   • Jij schakelde aaneen. 
     
   • Hij, zij, het schakelde aaneen. 

Gangbaarheid

• Het woord schakelde aaneen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.