scheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  scheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • scheid

Werkwoord

vervoeging van
scheiden

scheid

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheiden
    • Ik scheid. 
  2. gebiedende wijs van scheiden
    • Scheid! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheiden
    • Scheid je? 

Gangbaarheid

  • Het woord scheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.