scheidde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scheidde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- scheid·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scheiden |
scheidde
- enkelvoud verleden tijd van scheiden
- Ik scheidde.
- Jij scheidde.
- Hij, zij, het scheidde.
- Ik scheidde.
Gangbaarheid
- Het woord scheidde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.