schlafen

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  schlafen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈʃlaːfn̩/
Woordafbreking
  • schla·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schlafen
schlief
geschlafen
Klasse 7 sterk volledig

Werkwoord

schlafen

  1. overgankelijk  slapen ww 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.