schnabbelden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schnabbelden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schnabĀ·belĀ·den

Werkwoord

vervoeging van
schnabbelen

schnabbelden

  1. meervoud verleden tijd van schnabbelen
    • Wij schnabbelden. 
    • Jullie schnabbelden. 
    • Zij schnabbelden. 

Gangbaarheid

  • Het woord schnabbelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.