schommelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schommelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schomĀ·melĀ·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schommelen |
schommelde
- enkelvoud verleden tijd van schommelen
- Ik schommelde.
- Jij schommelde.
- Hij, zij, het schommelde.
- Ik schommelde.
Gangbaarheid
- Het woord schommelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.