schopte af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schopte af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schop·te af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afschoppen |
schopte af
- enkelvoud verleden tijd van afschoppen
- Ik schopte af.
- Jij schopte af.
- Hij, zij, het schopte af.
- Ik schopte af.
Gangbaarheid
- Het woord schopte af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.