schortte op

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schortte op    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schort·te op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opschorten

schortte op

  1. enkelvoud verleden tijd van opschorten
    • Ik schortte op. 
    • Jij schortte op. 
    • Hij, zij, het schortte op. 

Gangbaarheid

  • Het woord schortte op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.