schrikkelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schrikkelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schrik·kel·de

Werkwoord

vervoeging van
schrikkelen

schrikkelde

  1. enkelvoud verleden tijd van schrikkelen
    • Ik schrikkelde. 
    • Jij schrikkelde. 
    • Hij, zij, het schrikkelde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.