schuifel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schuifel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schui·fel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schuifelen |
schuifel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuifelen
- Ik schuifel.
- gebiedende wijs van schuifelen
- Schuifel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuifelen
- Schuifel je?
Gangbaarheid
- Het woord schuifel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.