schuifel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schuifel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schui·fel

Werkwoord

vervoeging van
schuifelen

schuifel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuifelen
    • Ik schuifel. 
  2. gebiedende wijs van schuifelen
    • Schuifel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuifelen
    • Schuifel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord schuifel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.