seizoensgriepjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  seizoensgriepjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sei·zoens·griep·jes

Zelfstandig naamwoord

deseizoensgriepjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord seizoensgriep

Gangbaarheid

  • Het woord seizoensgriepjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.