serveer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  serveer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • serĀ·veer

Werkwoord

vervoeging van
serveren

serveer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van serveren
    • Ik serveer. 
  2. gebiedende wijs van serveren
    • Serveer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van serveren
    • Serveer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord serveer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.