signaleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  signaleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sig·na·leer

Werkwoord

vervoeging van
signaleren

signaleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van signaleren
    • Ik signaleer. 
  2. gebiedende wijs van signaleren
    • Signaleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van signaleren
    • Signaleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord signaleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.