simde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  simde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sim·de

Werkwoord

vervoeging van
simmen

simde

  1. enkelvoud verleden tijd van simmen
    • Ik simde. 
    • Jij simde. 
    • Hij, zij, het simde. 

Gangbaarheid

  • Het woord simde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.