simt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  simt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • simt

Werkwoord

vervoeging van
simmen

simt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van simmen
    • Jij simt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van simmen
    • Hij simt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van simmen
    • Simt! 

Gangbaarheid

  • Het woord simt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.