slaapt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slaapt    (hulp, bestand)
Uitspraak
  • IPA: /slapt/
Woordafbreking
  • slaapt

Werkwoord

vervoeging van
slapen

slaapt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slapen
    • Jij slaapt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slapen
    • Hij slaapt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van slapen
    • Slaapt! 

Gangbaarheid

  • Het woord slaapt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.