slaapwandelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slaapwandelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slaap·wan·del·de

Werkwoord

vervoeging van
slaapwandelen

slaapwandelde

  1. enkelvoud verleden tijd van slaapwandelen
    • Ik slaapwandelde. 
    • Jij slaapwandelde. 
    • Hij, zij, het slaapwandelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord slaapwandelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.