sleepte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sleepte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sleep·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
slepen |
sleepte
- enkelvoud verleden tijd van slepen
- Ik sleepte.
- Jij sleepte.
- Hij, zij, het sleepte.
- Ik sleepte.
Gangbaarheid
- Het woord sleepte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.