slentert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slentert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slen·tert

Werkwoord

vervoeging van
slenteren

slentert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slenteren
    • Jij slentert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slenteren
    • Hij slentert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van slenteren
    • Slentert! 

Gangbaarheid

  • Het woord slentert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.