slingerde af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slingerde af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slin·ger·de af

Werkwoord

vervoeging van
afslingeren

slingerde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afslingeren
    • Ik slingerde af. 
    • Jij slingerde af. 
    • Hij, zij, het slingerde af. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.