slingerde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: slingerde af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- slin·ger·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afslingeren |
slingerde af
- enkelvoud verleden tijd van afslingeren
- Ik slingerde af.
- Jij slingerde af.
- Hij, zij, het slingerde af.
- Ik slingerde af.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.