sloopte af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sloopte af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sloop·te af

Werkwoord

vervoeging van
afslopen

sloopte af

  1. enkelvoud verleden tijd van afslopen
    • Ik sloopte af. 
    • Jij sloopte af. 
    • Hij, zij, het sloopte af. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.