smokkelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  smokkelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • smok·kel·de

Werkwoord

vervoeging van
smokkelen

smokkelde

  1. enkelvoud verleden tijd van smokkelen
    • Ik smokkelde. 
    • Jij smokkelde. 
    • Hij, zij, het smokkelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord smokkelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.