smokkelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: smokkelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- smok·kel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
smokkelen |
smokkelde
- enkelvoud verleden tijd van smokkelen
- Ik smokkelde.
- Jij smokkelde.
- Hij, zij, het smokkelde.
- Ik smokkelde.
Gangbaarheid
- Het woord smokkelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.