smokkelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  smokkelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • smok·kelt

Werkwoord

vervoeging van
smokkelen

smokkelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smokkelen
    • Jij smokkelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smokkelen
    • Hij smokkelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van smokkelen
    • Smokkelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord smokkelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.