snakkesalig

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈsnɑkəsɑːlɪ/
Woordafbreking
  • snak·ke·sa·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van het snakke en salig.
Naar frequentie 36099
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud snakkesalig mer snakkesalig mest snakkesalig
o enkelvoud snakkesalig
meervoud snakkesalige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
snakkesalige mer snakkesalig mest snakkesalige

Bijvoeglijk naamwoord

snakkesalig

  1. praatgraag, praatziek
Synoniemen
  • konversabel
  • pratsam
Typische woordcombinaties
  • snakkesalige damer
spraakgraage vrouwen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈsnɑkəsɑːlɪ/
Woordafbreking
  • snak·ke·sa·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van het snakke en salig.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud snakkesalig meir snakkesalig mest snakkesalig
o enkelvoud snakkesalig
meervoud snakkesalige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
snakkesalige meir snakkesalig mest snakkesalige

Bijvoeglijk naamwoord

snakkesalig

  1. praatgraag, praatziek
Synoniemen
  • pratsam
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.