snakket
Deens
Woordafbreking
- snak·ket
Werkwoord
snakket
- voltooid deelwoord van snakke
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈsnɑkət /
Woordafbreking
- snak·ket
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Noorse bijvoeglijke naamwoord snakke.
Naar frequentie | 366 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | snakket | ||
o enkelvoud | snakket | |||
meervoud | snakkede snakkete | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
snakkede snakkete |
Bijvoeglijk naamwoord
snakket
Schrijfwijzen
Werkwoord
snakket
Schrijfwijzen
- [1-2]: snakka
Zelfstandig naamwoord
snakket, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van snakk
Schrijfwijzen
- snakken, m
Nynorsk
Woordafbreking
- snak·ket
Zelfstandig naamwoord
snakket, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van snakk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.