snooze

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snooze    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snooze
  • snoo·ze (aanvoegende wijs)
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels

Werkwoord

vervoeging van
snoozen

snooze

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snoozen
    • Ik snooze. 
  2. gebiedende wijs van snoozen
    • Snooze! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snoozen
    • Snooze je? 
  4. aanvoegende wijs van snoozen

Gangbaarheid

  • Het woord snooze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.