snort

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snort    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snort

Werkwoord

vervoeging van
snorren

snort

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snorren
    • Jij snort. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snorren
    • Hij snort. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snorren
    • Snort! 

Gangbaarheid

  • Het woord snort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.