snowboardde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snowboardde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snow·board·de

Werkwoord

vervoeging van
snowboarden

snowboardde

  1. enkelvoud verleden tijd van snowboarden
    • Ik snowboardde. 
    • Jij snowboardde. 
    • Hij, zij, het snowboardde. 

Gangbaarheid

  • Het woord snowboardde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.