snowboardt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snowboardt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snow·boardt

Werkwoord

vervoeging van
snowboarden

snowboardt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snowboarden
    • Jij snowboardt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snowboarden
    • Hij snowboardt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snowboarden
    • Snowboardt! 

Gangbaarheid

  • Het woord snowboardt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.