snuffelde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snuffelde af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- snuf·fel·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afsnuffelen |
snuffelde af
- enkelvoud verleden tijd van afsnuffelen
- Ik snuffelde af.
- Jij snuffelde af.
- Hij, zij, het snuffelde af.
- Ik snuffelde af.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.