snuister
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snuister (hulp, bestand)
Woordafbreking
- snuis·ter
Werkwoord
vervoeging van |
---|
snuisteren |
snuister
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snuisteren
- Ik snuister.
- gebiedende wijs van snuisteren
- Snuister!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snuisteren
- Snuister je?
Gangbaarheid
- Het woord snuister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.