snurkte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snurkte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- snurk·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
snurken |
snurkte
- enkelvoud verleden tijd van snurken
- Ik snurkte.
- Jij snurkte.
- Hij, zij, het snurkte.
- Ik snurkte.
Gangbaarheid
- Het woord snurkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.