souffleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: souffleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- souf·fleer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
souffleren |
souffleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souffleren
- Ik souffleer.
- gebiedende wijs van souffleren
- Souffleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souffleren
- Souffleer je?
Gangbaarheid
- Het woord souffleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.