souffleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  souffleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • souf·fleert

Werkwoord

vervoeging van
souffleren

souffleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souffleren
    • Jij souffleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souffleren
    • Hij souffleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van souffleren
    • Souffleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord souffleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.